Na de relaxte dag gisteren toch bijtijds naar bed gegaan. We hebben om half acht afgesproken om het ontbijt te bestellen, zodat we om half negen klaar kunnen staan voor de afdaling die nodig is om het dorp te verlaten. Ik heb slecht geslapen. Telkens wanneer ik me omdraaide sprong er een veer omhoog mijn rug in. Het matras blijkt een houten bak te zijn waarin een aantal veren bevestigd zijn en afgedekt met een dunne tijk. De Chinese versie van een “Box spring” moet je maar denken. Dan maar op mijn dekbed gaan liggen, echter het kwaad is al geschied.
We lopen in een rij naar beneden over de smalle trapjes , af en toe tegemoetkomende werkpaarden ontwijkend. Je kunt ook nu, als je wilt,  je bagage laten dragen of zelfs in een draagstoel plaatsnemen. Beneden op de parkeerplaats gaan we met de bus verder. De reis naar de stad Yangshuo duurt 3 uur en wordt onderbroken door een theetuin bezoek inclusief proeverij. Joyce koopt haar lievelingsthee, white dragon pearl flower thee, en krijgt daarbij een “pi-ing man”. Een chinees thee grapje waarbij een poppetje gaat plassen als hij wordt overgoten met hete thee.
aangekomen in Yangshuo gaan we vrijwel direct naar de Li rivier voor een boottocht. Echter niet voordat we geld gepind hebben. Alles mag dan relatief goedkoop zijn, ook het geld lijkt hier te verdampen.
Na een uurtje stopt de bus bij een dorpje voor de haven. Het oude dorpje ziet er als gebruikelijk in China echt oud uit en het is er erg rommelig. Ik vraag me maar weer eens af waarom. Men kan dan arm zijn, maar iets netjes houden kost niets extra.
In de haven stappen we op een verbeterde versie van een bamboe boot en varen stroomopwaarts richting de bergen. De originele bamboe boot is inmiddels vervangen door kunststof bamboebuizen, en de peddel is vervangen door een zelfgemaakte buitenboordmotor aangedreven door een door ons herkenbare grasmaaier motor. De hoeveelheid boten is dusdanig groot dat van exclusiviteit geen sprake meer is. De uitlaatgassen prikkelen in mijn ogen en het door de chinezen aangeprezen schone water ziet er niet bepaald schoon uit. Desalniettemin een leuk tochtje met hier en daar een watergevecht met een ander voorbij varende boot.
Na en uurtje rond gedobberd te hebben bezoeken we in de haven een restaurant die de gebruikelijke Chinese “dishes”op tafel zet. Onze standaard is de laatste weken redelijk aangepast aan dit land, want we kijken niet meer op van de buitenwasplaats voor het servies en de met vet doordrongen keuken met dito personeel. Het eten is verder prima.
Het is inmiddels donker en we gaan kijken naar het vissen met aalscholvers. We stappen op een boot met een bovendek en varen  de duisternis in. Ik ben benieuwd wat we gaan zien en of we wat gaan zien. We naderen een klein bootje met een enorme lamp op een paal vooruitgestoken op de boeg. We zien links en rechts diverse aalscholvers zwemmen en af en toe wordt er één uit het water gevist door een man aan dek die het dier vervolgens weer in het water gooit. Ik probeer het schouwspel met filmen maar word gelijkertijd belaagd door duizenden vliegjes die op het licht zijn afgekomen. Na een paar minuten besluit ik naar beneden te gaan en binnen achter het glas verder te kijken. De aalscholvers hebben en touwtje om hun nek die net strak genoeg zit om geen vis te kunnen doorslikken. Wanneer ze een vis vangen, haalt de visser de aalscholver binnen met een stok en pakt de vis uit zijn bek. Dan mag hij opnieuw. Ik ben sprakeloos van het schouwspel. Wanneer er een windje komt opzetten verdwijnen de vliegjes en kan ik vanaf het voordek alles nog beter aanschouwen. We volgen de vissersboot tot in de haven en bevragen de visser over zijn bijzondere “bemanning”. Hij verteld ons dat hij erg gehecht is aan de beestjes en dat hij er goed voor zorgt. Ik geloof hem direct als hij verteld dat een aalscholver 600 euro per stuk kost. Je kunt zien dat de acht aalscholvers die hij heeft, hem geen moment uit het oog verliezen. Waar hij gaat, gaan de aalscholvers ook.
Dagelijks vist hij met zijn beestjes op de rivier, en na een paar rondes gaan de touwtjes af en vissen ze voor zich zelf. Een aalscholver eet een halve kilo vis per dag, wordt 20 jaar oud en begint zijn carrière met 4 jaar. Met 18 mag hij met pensioen. Wanneer het regent kan door troebel water niet gevist worden en dan koopt de visser vis voor bij beestjes op de markt.

Nadat we allemaal een aalscholver hebben vastgehouden vertrekken we weer naar ons hotel. Een leuke afsluiting van de dag.

1 augustus 2011, dag 23

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *